Verduurzamen van bedrijventerreinen staat hoog op de agenda van de provincie Noord-Brabant. Daar liggen enorme kansen. Bij bedrijventerrein Majoppeveld in Roosendaal begrepen ze dat enkele jaren geleden al. De eerste successen smaken er inmiddels naar meer, mede dankzij een subsidie van Brabant geeft Energie. Majoppeveld is dan ook het eerste bedrijvenpark in Brabant dat zich van onderop heeft ontwikkeld tot een Energie Handelsplatform.
Op de website van de Provincie Noord-Brabant kwamen we een mooi interview tegen met onder andere Mark Kok en Pieter Wierckx. Zo mooi, dat we het graag wilden herplaatsen op onze eigen website, aangevuld met nog wat eigen vragen. Het resultaat lees je hieronder!
“We hebben de smaak van verduurzamen te pakken”.
Bedrijventerreinen vind je vaak aan de rand van de stad. Grauw en grijs, rechtlijnige straten, heet op warme dagen en water of groen is er nauwelijks te vinden. Asfalt, beton en steen is er daarentegen genoeg. Je komt er eigenlijk alleen als je er iets te zoeken hebt. Op de warmtekaart van Nederland kleuren ze steevast rood. “In versteende industriegebieden kan het op hete zomerdagen wel zo’n 9 graden warmer worden dan in een stadspark,” becijfert Mark Kok.
Handen ineengeslagen
Hij is vanuit Ecco Business Parks projectleider voor de verduurzaming van bedrijventerrein Majoppeveld, langs de rijksweg A58 in Roosendaal. Diverse partijen hebben voor deze opgave de handen ineengeslagen: gemeente Roosendaal, provincie Noord-Brabant, waterschap Brabantse Delta en Ondernemersvereniging Majoppeveld. Er moest iets gebeuren. Op Majoppeveld staan bedrijfspanden uit begin jaren ‘70, weet Kok. “Als je niet flink renoveert of herstructureert, trek je steeds laagwaardigere bedrijvigheid aan. Die wil er niet in investeren. Dan kom je in een neerwaartse spiraal.
“Het was een verouderd en soms verpauperd bedrijventerrein,” schetst ook parkmanager Pieter Wierckx. “Nu is het grotendeels opgeknapt en zijn er nieuwe bedrijven bij gekomen. Wij willen het een van de aantrekkelijkste bedrijventerreinen van West-Brabant maken. Dan moet je dingen doen die anderen niet doen. Onderscheidend zijn.”
Toekomstbestendig maken
Wierckx – sinds eind 2016 parkmanager – vertelt dat de laatste jaren vol wordt ingezet op de toekomstbestendigheid van Majoppeveld. “We gaan voor innovatieve projecten. Met een door ondernemers en de gemeente Roosendaal gevuld fonds worden allerlei activiteiten ontplooid.” Zo kan van een bedrijf gratis een ‘footprint’ worden gemaakt. Die maakt inzichtelijk waar het staat op het gebied van onder meer energiestromen, afvalverwerking en circulariteit. Er zijn nu 125 footprints klaar en die leveren interessante data op. “Er kwam uit dat men wil inzetten op energie,” aldus Wierckx. “Op ons eigen energiehandelsplatform dat we al hebben, kun je energie voordeliger afnemen of leveren tegen een betere prijs. Inmiddels hebben we dit omgezet in een energiecoöperatie waarvan de leden eigenaar zijn.”
Enorme kansen
Een doordachte zet, oordeelt Maarten de Haan, werkzaam bij het team Klimaatadaptatie van de provincie Noord-Brabant. Met de revenuen op het gebied van energie heb je meteen een goede binnenkomer bij bedrijven: “En als je dan toch met elkaar aan tafel zit, kun je het ook over andere duurzaamheidsmaatregelen hebben. Zoals vergroening of het vasthouden van regenwater. Want daarin zien bedrijven niet meteen een businesscase.” Terwijl die maatregelen óók veel profijt opleveren. Groen op het dak, tegen de gevel en op het eigen perceel zorgt al voor verkoeling van het pand.
Als je dat dakgroen combineert met kratten om water in vast te houden en er zonnepanelen op plaatst, ontstaat een meerwaarde: verkoeling, wateropvang én de zonnepanelen leveren meer stroom door koeling van onderaf.” Groen of waterdoorlatende bestrating zorgen er tijdens hoosbuien bovendien voor dat water kan infiltreren, de riolering niet overstroomt en straten of bedrijfshallen niet blank komen te staan.
Op het gebied van klimaatbestendigheid zijn Brabantse bedrijventerreinen nog matig geëquipeerd. Die conclusie trekt De Haan uit onderzoek van bureau Buck Consultants. “Er liggen enorme kansen, door te vergroenen en regenwater vast te houden.” Mede hierom is de provincie ook gestart met het project Grote Oogst: dertien Brabantse bedrijventerreinen krijgen hierbij de gelegenheid om hun verduurzamingsproces te versnellen.
Green Deal
Majoppeveld zit er niet bij, maar daar waren ze al klaar voor de volgende stap: meer groen en minder stenen. Duidelijk is waar pijnpunten zitten wat betreft ‘hittestress’ en wateroverlast. Parkmanager Wierckx: “We zien ook dat er weinig mogelijkheden tot wandelen zijn, behalve óp straat. We bekijken nu op welke plaatsen we biodivers groen kunnen creëren, inclusief struinpaden.” Dat gebeurt vooral in straten waar de gemeente toch al een reconstructie uitvoert.
Voor ondernemers is een toolkit ontwikkeld waarmee zij op eigen terrein maatregelen kunnen treffen die klimaatadaptatie en ook biodiversiteit bevorderen. Dit kan variëren van het afkoppelen van de regenpijp op het riool, een groene gevel, dak of parkeerplaats tot een compleet met beplanting aangeklede wandelroute over het terrein. Vanuit de Green Deal is subsidie beschikbaar. De Haan bracht de ondernemersvereniging bovendien in contact met een EU-project en het IVN.
Natuur de stad in trekken
Deze natuurorganisatie wil met diverse partijen Nederlandse bedrijventerreinen een groene impuls geven. In april is hiervoor vanuit het Nationaal Groeifonds 26 miljoen euro toegekend. Op Majoppeveld wordt in dit kader ingezet op het planten van honderden bomen. Het sluit naadloos aan op het vorig jaar door het gemeentebestuur gelanceerde Roosendaal Natuurstad. De groene omgeving van de stad was De Haan al opgevallen. Een extra intentie is volgens hem nu om dat groen via het bedrijventerrein ‘de stad in te trekken’. Daardoor is meer waterinfiltratie mogelijk en kunnen bewoners op een aantrekkelijke manier hun stad uit.
Samenhang
Wat opvalt is de samenhang tussen de verduurzamingsopgaves. Projectleider Kok: “Waar een ondernemer aangeeft lagere energiekosten te willen, vind je de oplossing vaak in een meervoudig palet: met zonnepanelen, betere isolatie, maar ook door het gebruik van restwarmte van andere bedrijven. Of door het plaatsen van bomen aan de zonzijde van een pand, zodat de airconditioning een standje lager kan.” De Haan: “Lunchwandelen in het groen zorgt voor rust, veerkracht en inspiratie. Uiteindelijk levert het een ondernemer meer op als mensen prettiger in hun vel zitten en hun productiecapaciteit toeneemt. Zorg dat mensen op hun fiets naar het werk kunnen. Daardoor zijn minder ‘warme‘ parkeerplaatsen nodig en ontstaat ruimte voor groen én wateropvang. Het is een circulair proces”.
Hoe versnellen jullie de energietransitie met jullie project?
Kok: “We versnellen niet, dit ís de energietransitie. We organiseren het delen van lokaal duurzaam opgewekte energie. En stimuleren om de elektra te gebruiken op het moment dat het wordt opgewekt. Dit is nodig om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van het bestaande energienet, dat op dit moment al vastzit. Op deze manier werken we aan zelfvoorziening, leveringszekerheid en duurzaamheid.”
Wierckx : “We inspireren de ondernemers om aan te sluiten op ons Energie Handelsplatform, zodat ze alleen duurzame stroom gebruiken. Daarnaast ondersteunen we de ondernemers om zelf energie op te wekken middels zonnepanelen op het dak. We vragen waar mogelijk meer te produceren dan alleen voor eigen gebruik. Vervolgens kunnen ze dit aanbieden op het platform aan andere ondernemers die geen mogelijkheid hebben voldoende op elektriciteit op te wekken”.
Wat hebben jullie tot nu toe met de subsidie van Brabant geeft Energie kunnen realiseren?
Wierckx: “We hebben extra informatie kunnen delen met de ondernemers en we hebben informatie ingewonnen en onderzocht om te komen tot een coöperatie als rechtsvorm. Inmiddels zijn de statuten door de notaris opgesteld en op 5 september 2022 is de akte gepasseerd: Coöperatie Energie Handelsplatform Roosendaal is nu een feit.”
Kok: “Ook hebben we de community van het bedrijventerrein weten uit te bouwen met die van de agrarische gemeenschap. Agrariërs met grote zonnedaken leveren ons bedrijventerrein energie. Ook met de producenten van windenergie zijn we in gesprek”.
Is er al meer bekend over het vervolg?
Kok: “Het vervolg bestaat uit het verder uitbouwen van de community en het toevoegen van balanceringsmechanismen. Denk hierbij aan energiemanagementsystemen en buurtbatterijen. In de toekomst zien we ook voor ons dat de CO2 die ondernemers nog niet kunnen vermijden door de agrariërs gecompenseerd kan worden via carbon farming (koolstof opslaan in de bodem).”
Wierckx: “De coöperatie zal ook openstaan voor andere ondernemers in Roosendaal, waardoor we op Majoppeveld de basis hebben gelegd maar alle Roosendaalse bedrijven straks ook kunnen aansluiten”.
Waar zouden jullie nog bij geholpen zijn om te groeien/door te gaan?
Kok: “De Brabantse bedrijventerreinen hebben baat bij een koepelorganisatie waarmee we kennis, netwerk, kosten en innovaties kunnen delen. We zijn met z’n allen bezig met een systeemverandering en willen die mee vorm geven. Onze aanpak is ook elders toepasbaar, op bedrijventerreinen die opwekkers van duurzame energie in de buurt hebben: het is een kwestie van wanneer men ermee begint.”
Wierckx: “Op dit moment hebben we op diverse plaatsen problemen met de congestie. We willen graag dat er binnen Enexis een oplossing gezocht wordt met verzwaren of energieopslag, want de leden van de coöperatie hoeven het Tennet-netwerk niet te belasten. We hebben nu de mogelijkheid om als coöperatie op te treden en afspraken te maken met Enexis. Er zijn inmiddels meerdere gesprekken geweest, waarbij we een meer proactieve houding van Enexis zouden toejuichen”.
Tot slot: wat is jullie doel en wanneer is jullie project ‘af’?
Wierckx: “Het project in fase 1 is afgerond nu de coöperatie is opgericht. Daarna beslissen de leden (deelnemers aan het platform) over de toekomst. Momenteel zijn er veel vragen over de netcongestie; deze inspanningen hebben we niet voorzien maar moeten wel gerealiseerd worden”.
Kok: “Overigens is de ingezette weg geen project, het is een transitie, een proces van jaren. We zullen steeds meer toegroeien naar een zelfvoorzienend energienet, waarbij we waardecreatie realiseren door zo efficiënt mogelijk met elkaars beschikbare energie om te gaan”.